De Zuidwestelijke Delta
als één estuarium
"Een volk dat leeft bouwt aan zijn toekomst"
Samenvatting
Het Deltaprogramma heeft estuariene dynamiek als ecologisch
streefdoel voor de Zuidwestelijke Delta. Een estuarium kan de waterveiligheid
aanzienlijk verbeteren door ruimte te bieden aan een nog altijd ontbrekende
nationale noodberging.
Hierbij kunnen de verworvenheden van de Deltawerken behouden blijven,
zoals een verkorte kustlijn, de zoetwatervoorraden voor landbouw en
industrie en een zoete Schelde-Rijnverbinding.
Verbindingen, doorstroming en getijde zullen de milieuproblemen oplossen,
zoals het alsmaar levenlozer worden van de Grevelingen, overlast van
blauwalgen in het Volkerak-Zoommeer en voedseltekort in de Oosterschelde.
Deze algehele verbetering van de waterkwaliteit bevordert recreatie,
toervaart, visserij en schelpdierkweek.
Tegendruk van zoet water keert tevens de sluipend voortgaande verzilting
van Nederland.
Een geleidelijke overgang van vele tientallen kilometers
van zout naar zoet, van getij naar getijloos, geeft organismen ruimschoots
de tijd om zich lichamelijk aan te passen aan de veranderende
leefomstandigheden en maakt massale vismigratie weer mogelijk. De
huidige fragmentarische bekkenbenadering wijkt voor een bredere visie
van een continue voortgaand veranderend systeem onder invloed van
stabiele estuariene dynamiek.
De grootst denkbare bijdrage aan de West-Europese natuur is het herstel
van de ecologische relaties tussen de zee en de rivieren met een forse
toename van de biodiversiteit. Daarmee zijn alle natuur- en milieuorganisaties
te overtuigen.
Sluit de kust en open de afsluitbare poorten voor gouden tijden van
mens en natuur!
Data
Titel: De Zuidwestelijke Delta als één estuarium
Locatie: Zuidwestelijke Delta in landelijke context
Opdrachtgever(s): op ideële gronden in 2008 de uitnodiging van de
Commissie Veerman aanvaard
Ontwerper(s): Adviesgroep Borm & Huijgens
Jaar van ontwerp: concept 2008, definitief 2014
Betrokken partij(en): W. Borm, C. Huijgens,
M. Boelaars, C. de Witte en D. v.d. Berg
Contactpersoon: W. Borm bormdekkers@casema.nl , www.adviesgroepbormenhuijgens.nl
Planfase: verkenning
Schaal: nationaal/internationaal
Stad-land: stedelijk en landelijk gebied
Opgave: waterveiligheid en zoetwater
Meekoppelkans(en): wonen, werken, recreatie, landbouw en natuur.
Volgens internationale afspraken dient Nederland de poort te openen
voor de trekvis. De Kier gaat niet werken en is slechts bedacht om
Europese sancties te ontlopen. Een estuarium, zoals hier de S-bocht
van het Rijn-Maas-estuarium (zie gele pijlen), is een betere keuze.
Plantoelichting
Kustlijnverkorting
Binnendringende zeegaten bedreigden het land dat nu wordt beschermd
door de kustlijnverkortingen van de Zuiderzeewerken en de Deltawerken.
De open gebleven Nieuwe Waterweg en Westerschelde vormen samen het
grootste gevaar voor een klimaatbestendig Nederland:
Gecombineerde wateropgave Randstad - Bron: ontwerp Nationaal Waterplan 2008
In de regio Rijnmond –Drechtsteden komt het water nog altijd van twee
kanten. Het is van levensbelang dat het omslagpunt van zee en rivieren
niet langer in dit economisch hart blijft liggen, maar dat door routeverlegging
en –verlenging het zich weer verplaatst naar een locatie waar getijdengebieden
zich optimaal mogen ontwikkelen.
Een onaanvaardbaar overstromingsrisico van het Scheldebekken van 1/70
per jaar, maakt dat ook een kering voor de Westerschelde steeds meer
in beeld komt.
De afbeeldingen tonen de kustlijnverkortingen van de Deltawerken
(boven) en die van het estuarium (onder). Door waterloopkundige maatregelen
veranderen de voormalige zeegaten in een compleet estuarium en een
maximale nationale noodberging.
Afsluiting van beide waterwegen biedt de havens veel
voordelen en uiteindelijk zullen deze economische belangen de doorslag
geven.
De concurrentiepositie van de Vlaams-Nederlandse zeehavens neemt toe
met verbetering van de gezamenlijke logistieke infrastructuur.
Het getij bij Antwerpen is nu al twee keer zo groot als bij Vlissingen
en daar komen nog eens de zeespiegelstijging en verdere verdiepingen
bovenop. De ‘vrije doorvaart’ van de Westerschelde zal verbeteren
bij een kering. Zeeschepen zullen minder last hebben van het korte
verblijf in de zeesluis, dan van het huidige extreme getijde en overige
sluizen.
Een nieuwe terminal in diep water aan zee beperkt het aantal sluispassages.
Een korte en afsluitbare kustlijn beschermt tegen stormvloed en grootschalige verzilting en is dan ook onmisbaar voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening.
Een nationale noodberging
Door waterloopkundige maatregelen veranderen de wateren van de voormalige
zeegaten in de Zuidwestelijke Delta niet alleen in een estuarium,
maar ook in een maximale nationale noodberging. Dit zorgt ervoor dat
bij hoge en snelle rivieraanvoeren de afvoer doorgaat, ook bij gesloten
zeekeringen vanwege stormopzet, Met een grote ‘badkuip’ blijft het
moment van een kritieke situatie in het rivierengebied langer uit
en ook dijkverbetering zal er de veiligheid vergroten.
Zoogdieren als grijze zeehond en bruinvis zullen niet meer hongeren in de Oosterschelde, maar de visrijke estuariumwateren opzoeken om aan te sterken. - Foto’s: Cor Huijgens
Zoet water van levensbelang
Behoud van de zoetwatervoorraden is van nationaal belang. Heel Nederland
mag niet afhankelijk worden van het IJsselmeer en zoet water dient
te liggen waar het nodig is.
Met de Deltawerken stopte de toevoer van zoet water naar de Zuidwestelijke
Delta en kwamen diverse eilanden pas echt in het zout te liggen. De
Grevelingen werd van een gepland zoet meer een zout meer. Dit milieu
blijkt niet stabiel.
Pas na afsluiting van de Nieuwe Waterweg met sluizen
stopt het gigantische zoetwaterverlies en kan met tegendruk van zoet
water de verziltinggrens dichter tegen de kustlijn gelegd worden.
Nederland zal zich profileren als hét exportland van zoet water.
Volgorde van aanpak
Begin vanaf de zeezijde:
Het verbinden van Oosterschelde en Grevelingen kan door aanleg van
een brug naast de Grevelingendam en het dan verwijderen van de dam.
De aanleg van zeesluizen voor de Nieuwe Waterweg heeft de hoogste
prioriteit en bespaart meteen vele miljarden euro’s aan geplande maatregelen
om Zuid-Holland Zuid te beschermen.
Aanslibbing, verlanding en moerasvorming trekken vogels als kluten, lepelaars en kraanvogels aan. Foto: Cor Huijgens
Bij de doorsteek van Goeree, de zogenaamde Scharrezee,
mag brak water nooit het Haringvliet bereiken vanwege de zoetwatervoorraad.
Een vaargeul met een debiet van ca. 800 m³/sec tussen lage en lange
kribben, met daartussen weer hogere en kortere kribben, maakt dat
er steeds voldoende stroming is en de doorvoer bij hogere rivierafvoeren
kan toenemen.
Deze doorsteek, met bruggen, dient samen met de zeesluizen in de Nieuwe
Waterweg gereed te zijn.
Zee- en visarenden verbreden hun areaal tot aan de Zeeuwse kust. - Foto: Cor Huijgens
Vervolgens verplaatst het omslagpunt zee en rivieren zich van Dordrecht
naar de Grevelingen.
De Grevelingen verandert geleidelijk in een natuurlijke estuariene
overgang en maakt deel uit van de zogenaamde S-bocht, het estuarium
van Rijn en Maas.
De voormalige zeegatmonding van de Grevelingen is
in te richten als zoetwaterbekken. De aanwezige kokersluis, die indertijd
de Grevelingen zou ontzilten, is hiervoor inzetbaar.
Deze zoetwatervoorraad lost de problemen op voor Schouwen-Duiveland,
geeft tegendruk aan verzilting en ligt gunstig voor de export van
water.
Ook buiten de huidige kustlijn zijn exportbekkens te realiseren zoals
boven de monding van de Nieuwe Waterweg in de luwte van de Maasvlakte.
Zodra er een Westerscheldekering ligt, kunnen Oosterschelde
en Westerschelde verbonden worden om de (inter-)nationale noodberging
en de gezamenlijke spuicapaciteit te vergroten. Dit kan door het verbrede
kanaal door Zuid-Beveland permanent open te zetten, maar ook via een
overlaat. Het water mag vrij van de ene naar de andere zijde stromen.
Opslibbing van de overlaat zal er voor zorgen dat men hier later land
kan ‘oogsten’ en een volgende doorgang creëren. Een planning voor
de lange termijn dient te worden gemaakt voor zowel de afschrijving
van bedrijven alsook het winnen van gronden voor de landbouw.
Bevers
zakken de rivier af en bevolken het estuarium. Foto: Cor Huijgens.
Conclusies
Het Deltaprogramma anticipeert gebrekkig op de waterproblemen
en probeert de negatieve effecten van de Deltawerken een beetje terug
te draaien in plaats van een stap voorwaarts te zetten.
De Adviesgroep Borm & Huijgens publiceerde daarentegen “De herijking
van de Nederlandse zoetwaterverdeling” (H2O/25/26-2009 pag. 24-28)
om aandacht te vragen voor een progressieve en doelgerichte benadering
van de waterproblematiek.
Tientallen artikelen volgden in de jaren erna.
In een raamwerk voor een tweede Deltaplan wordt onze visie weergegeven.
Deze omvat afronding van de kustlijnverkorting, kustbescherming met
golfdempers, klimaatbuffers om de Afsluitdijk en een estuarium van
Rijn, Maas en Schelde, tevens nationale noodberging rivierwater. Steeds
meer worden onze ideeën en opvattingen bevestigd.
Daadkracht is vervolgens nodig om te komen tot grote integrale systeemmaatregelen,
die internationaal bewondering afdwingen.
Wanneer men hierbij aanvullend voortbouwt op de aanwezige infrastructuur
en samenwerkt met de natuurlijke processen, is dit goedkoper en duurzamer
dan het huidige beleid.
Een fundamenteel andere aanpak van het Deltaprogramma is dan ook onontkoombaar.
De Zuidwestelijke Delta speelt een cruciale rol voor een klimaatbestendig
Nederland. Een inrichting als estuarium is hiervoor het meest kosteneffectief.
Adviesgroep Borm & Huijgens - integraal waterbeheer augustus 2014
Met dank aan onderstaande inspiratiebronnen:
Prof. Dr. H. Saeijs: Weg van water
C. Rooijendijk: Waterwolven
Prof. Drs. Ir. J. K. Vrijling: Vertrouw op de dijk
J. van Alphen, RWS Waterdienst: De Rijnmond in de toekomst
RWS-TNO: De mooiste en veiligste delta 2010-2100
Adviesgroep Butijn en van den Haak: Drijvende golfdempers
Bureau Beaufort: Plan Beaufort
Ir. T. Rijcken: Afsluitbaar Open Rijnmond
Ir. W. Lases: Westerscheldeproblematiek
Ir. C. Lely: uitspraak titelafbeelding