Wordt door uitstel 'Plan Sluizen' de

kip met de gouden eieren geslacht?

29 februari 2016 WaterForum DISCUSSIEFORUM

In november 2014 nam de Tweede Kamer het initiatief om de aanleg van zeesluizen in de Nieuwe Waterweg beter te laten onderzoeken. Op 17 februari gaf minister Schultz antwoord op de motie Geurts, waarmee ze de meest effectieve systeemmaatregel voor een verantwoord Deltaprogramma op de lange baan schuift. Met de faalkans van de Maeslantkering, kunnen we ons land net zo goed gelijk aan de zee prijsgeven, stelt adviesgroep Borm en Huijgens.

De groep Spaargaren heeft op de brief van de minister meteen uitvoerig gereageerd en verbindt aan de resultaten van het onderzoek op een aantal cruciale aspecten andere en verdergaande conclusies dan Rijkswaterstaat. Dit op basis van een onderbouwde doorkijk naar 2100 met daaruit voortvloeiende aanbevelingen. De deskundigen beargumenteren hierin dat het niet de vraag is of er sluizen moeten komen, maar wanneer. Een besluit daarover dient uiterlijk in 2020 te worden genomen.

Enorme kostenbesparingen
Gezien de kosten en baten zullen, in tegenstelling tot de naamgeving, diverse no-regret maatregelen tot spijt leiden en verdient de Voorkeursstrategie zeker niet de voorkeur. De groep Spaargaren heeft aangetoond dat bij uitvoering van de Voorkeursstrategie (VKS) met daarna een overstap naar het Plan Sluizen, er voor zo’n 3 miljard aan maatregelen zijn uitgevoerd die niet passen in het Plan Sluizen of tegen te hoge kosten zijn uitgevoerd.

Kansen voor natuur, milieu en economie
Naast de enorme kostenbesparingen leiden zeesluizen tot een toekomstbestendige Rotterdamse wereldhaven en tot een toename van de bevaarbaarheid van de benedenrivieren. Bij lage rivierafvoeren komt nu de drinkwatervoorziening in gevaar, verzilten onder meer de lage gebieden van het Westland en krijgen industrieën een tekort aan proces- en koelwater. Te weinig zoet water verslechtert het vestigingsklimaat en leidt tot maatschappelijke spanningen. Het bij zeesluizen beschikbaar komende zoete water kan de zoutgrens terugdringen en de belangrijkste landelijke wateropgaven realiseren. Zeesluizen scheppen ook meerdere mogelijkheden voor vismigratie, waaronder de Kier, in de Zuidwestelijke Delta. Doorstroming met rivierwater zal er bovendien de oppervlaktewaterkwaliteit aanzienlijk verbeteren. Het sluiten van de ‘dijkring’ om het ‘Waterschap Nederland’ maakt het hoofdwatersysteem beheersbaar en stopt de immer voortgaande verzilting van Nederland van zo’n 10.000 ha per jaar.
De bijdrage van land- en tuinbouw aan de nationale economie, die afhankelijk is van zoet water, is ruim tien maal zo groot als die van de havenactiviteiten. Door uitstel van de uitvoering van het Plan Sluizen slacht men de kip met de gouden eieren.

Impressie van een toekomstige locatie (B&H)

Oprichting kerngroep met vakmensen
Voor het welslagen van het Deltaprogramma is het van wezenlijk belang dat het niet langer ‘adaptief’ volgt, maar dat het zelf met structurele systeemmaatregelen een grote stap voorwaarts zet. Beter vooruit verdedigen dan pleisters plakken. De groep Spaargaren adviseert een groep te vormen van mensen met ruime ontwerp- en uitvoeringservaring. Zij kunnen afkomstig zijn uit de overheid, de waterschappen, het bedrijfsleven en kennisinstellingen. Deze groep, met brede kennis van watertechnologie en waterbouw, dient eindverantwoordelijk te zijn voor de inhoudelijke kant van de plannen en vanuit een integrale ontwerp- en uitvoeringsvisie alle betrokkenen aan te sturen.

Politieke sturing
Op 2 maart 2016 staan de zeesluizen op de agenda van de procedurevergadering van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu. Laten we hopen dat hierbij een bepalende en allesomvattende politieke beslissing wordt voorgesteld. De inhoud kan vervolgens worden overgelaten aan de te vormen kerngroep van deskundigen en leiden tot een uitgewerkte toekomstvisie op het hoofdwatersysteem. Alleen een politieke sturing door de Tweede Kamer kan op dit moment nog ruimte geven aan verantwoorde keuzes voor een klimaatbestendig Nederland.

Clemens de Witte

Adviesgroep Borm & Huijgens - februari 2016