Nabeschouwing overleg

2009 - 2010


Nadat we ons in 2008 richtten op samenhang, op landelijk integraal waterbeheer, is het overleg hierover niet van een leien dakje gegaan. Hoe dit is verlopen en waarom het resultaat zo pover bleef, kun u lezen in deze nabeschouwing.
Wellicht is een dergelijke gang van zaken illustratief voor de wijze waarop tot nu toe relevante visies buiten beeld zijn gebleven.
Alle hoop is dan ook gericht op het jaar 2011, waarin voor het landelijk waterbeheer de koers voor de komende jaren wordt uitgezet.

 

 

Nabeschouwing overleg integraal waterbeheer

met programmadirecteur Zuidwestelijke Delta

 

Aanleiding

Op 10 september 2008 namen we als adviesgroep deel aan een regionale bijeenkomst over de herinrichting van de Zuidwestelijke Delta (ZWD) in Bergen-op-Zoom. We hielden er een pleidooi voor doorstroming van de deltawateren. Dit werd door de aanwezigen met instemming ontvangen. De organisatie had echter een ander toekomstbeeld voor ogen. Zowel verslaglegging als afspraken over het vervolg bleven uit.

We namen daarop zelf het initiatief tot een inrichtingssuggestie voor de ZWD. Een maand later gaven we een mogelijke oplossing voor de Afsluitdijk. Tenslotte brachten we deze voorstellen samen in een integraal landelijk voorstel. De kern van onze visie ligt in de afsluiting van de Nieuwe Waterweg om een eind te maken aan grootschalig zoetwaterverlies en in de verlenging van de afvoerroutes naar zee om de rivieropwaartse invloed van zee tegen te gaan. Hierdoor kunnen ecologische verbindingen worden hersteld, verzilting voorkomen en zoetwatervoorraden behouden blijven. Dit alles met waterveiligheid als hoogste prioriteit.


Verhouding tot de planvorming Zuidwestelijke Delta

Ons idee was kennelijk zo prikkelend dat we op 16 maart 2009 werden uitgenodigd bij de programmadirecteur ZWD om ons plan toe te lichten.
Hierna werd onze inbreng, tijdens de werkconferenties van de Zuidwestelijke Delta en de werkplaatsbijeenkomsten, nadrukkelijk beperkt tot enkele minuten spreektijd. De door de Stuurgroep ZWD ontwikkelde planvorming bleek bij voorbaat gebaseerd op onder meer de verzilting van het Volkerak-Zoommeer, een wijziging van de zoetwatervoorziening, vergroting van zeegatdynamiek in de Grevelingen en het experiment De Kier. Onze bedenkingen bij deze planvorming kunt u lezen op onze site onder `Inspraak ontwerp uitvoeringsprogramma ZWD´.
Het bericht dat de Reactienota en de nota van wijzigingen op het uitvoeringsprogramma op 28 oktober 2010 is vastgesteld en hierover op het laatste overleg van 5 november met geen woord is gerept, geeft ons achteraf te denken of men ook maar enigszins van plan was om onze visie te overwegen.

De sectorale benadering van de Stuurgroep ZWD conflicteerde met onze landelijke integrale visie. Daardoor was het voor ons problematisch hierin te laveren en aansluiting te vinden. Hoewel we ons voornamelijk richtten op de ZWD, werden we daar zo goed als doodgezwegen en bleven er buiten beeld.


Aanvang overleg

Voor landelijke bekendheid zochten we zelf publiciteit en namen we deel aan andere vormen van overleg. Dit had resultaat: Bij het Ministerie van V&W werd eind 2009 duidelijk dat onze plannen wel degelijk relevant zijn, maar niet meegewogen in de ontwikkelde planvorming ZWD. Om hierin verandering te brengen werd een overlegcyclus gestart. In het eerste overleg op 9 december 2009 werd besloten om ons artikel “De herijking van de landelijke zoetwaterverdeling”, gepubliceerd in H2O / 25/26 – 2009, door RWS-Waterdienst te laten analyseren in opdracht van DG-Water en de Stuurgroep ZWD.
Vanaf dat moment is ook een topambtenaar van DG-Water bij deze overlegcyclus betrokken.


Verloop

De afspraak met de programmadirecteur ZWD om, zodra er een conceptmemo zou liggen, ons in contact te brengen met de samenstellers om te komen tot een definitieve versie, is niet nagekomen.
Op 15 februari 2010 verscheen als resultaat van de opdracht tot analyse een officieel Memo Waterdienst. Betreffend memo kwam bij ons pas in beeld op 22 maart 2010, als bijlage bij de agenda voor een gesprek met de directeur generaal van DG-Water. Dit was echter tegen de gemaakte afspraken. Deze memo is in het genoemde gesprek dan ook niet behandeld. Later is het memo ook toegevoegd aan de Nota van Antwoord naar aanleiding van de informele inspraak op het ontwerp-MER Planstudie Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer en Zoetwateradvies Zuidwestelijke Delta van juli 2010. Ook dit was te voorbarig.


Het memo heeft in onze beleving meer het karakter van een poging tot weerlegging, dan van een objectieve analyse. Een logisch gevolg van de gebruikte toetscriteria, waardoor vanzelfsprekend onze planvorming niet strookte met de toekomstbeelden, zoals die ontwikkeld zijn onder regie van de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta.
We kunnen de inhoud van het memo dan ook niet onderschrijven. Om dit nader toe te lichten maakten we een beschouwing, die u kunt lezen op onze website onder `Beschouwing MEMO Waterdienst´.

Op 22 maart werd de afspraak, om het memo met de betrokken deskundigen inhoudelijk te bespreken, opnieuw bevestigd. Het overleg zou alsnog in april plaatsvinden. Ook dit is later weer vooruitgeschoven. Deze werkwijze heeft de overlegcyclus geen goed gedaan. Het heeft slechts een onnodige vertragende werking gehad.

Na de startbijeenkomst van 9 december volgde zoals vermeld op 22 maart een gesprek bij DG-Water. Vervolgens was er op 18 juni een agenderende bijeenkomst, voor het overleg dat op 24 september en 5 november 2010 plaatsvond. Ondanks herhaaldelijk aandringen van onze zijde op voldoende ruimte voor het inhoudelijk bespreken van het memo, werd hiervoor niet de benodigde tijd beschikbaar gesteld.

Bij de laatste bijeenkomsten hebben we de aanwezigheid van een onafhankelijk voorzitter en een professionele notulist als zeer positief ervaren. Tijdens het gesprek op 5 november 2010 is het memo door de tijdsdruk niet meer inhoudelijk besproken. Dat hebben we toen geaccepteerd omdat de tijd er voor te kort was en andere zaken anders niet meer besproken konden worden. Immers, ons werd voorgehouden dat het gesprek van 5 november een laatste afrondende bespreking diende te zijn.
Helaas is het memo intussen wel een eigen leven gaan leiden en dat had in onze ogen anders gemoeten. Deze `analyse´ heeft niet bijgedragen aan een constructief overleg, verschaft weinig duidelijkheid en heeft vooral stagnerend gewerkt.


Conclusies

Ons particulier initiatief, om te komen tot een integrale aanpak van het waterbeheer, heeft tot op het hoogste niveau de aandacht gekregen. Met medeweten en goedkeuring van DG-Water en de Deltacommissaris hebben we inmiddels een periode van overleg achter de rug met de programmadirecteur ZWD.
Echter, het analyseren van onze landelijke visie heeft onvolledig plaatsgevonden. Het bleef grotendeels beperkt tot een toetsing aan de bestaande planvorming van de Stuurgroep ZWD.
Al die tijd hadden we het gevoel dat we op twee aparte sporen bezig waren. Aan de ene kant de Stuurgroep ZWD, die ongeremd voortging met het produceren van haar plannen. Aan de andere kant het beloofde overleg over onze visie, die niet in de planvorming is meegenomen en waarvan de bespreking van de analyse steeds verder vooruitgeschoven werd. Uiteindelijk werd zelfs van bespreking afgezien.

Pas bij het afsluitende overleg van 5 november 2010 blijken partijen dichter bij elkaar te komen en proefden we door de aanwezigheid van de deskundigen van Deltares en RWS-Waterdienst voor het eerst een open integrale benadering. Toen voelden wij ons pas serieus genomen. Helaas zijn er geen vervolgafspraken meer gemaakt.
Samengevat heeft het overleg voor ons, en wellicht ook voor de opdrachtgevers van het memo, totaal niet het resultaat opgeleverd wat we ervan hadden mogen verwachten.


Tot slot

Zowel aan de hand van het hiervoor geschetste verloop als uit het overzicht van onze e-mailwisseling van de afgelopen jaren met de programmadirecteur ZWD, mogen we constateren dat er al die tijd sprake is van een voortslepend overleg. Het afsluiten hiervan voelt voor onze adviesgroep dan ook alsof er nu weer ruimte komt om aan de slag te gaan. Achteraf bezien vragen we ons serieus af of ons nadrukkelijk aandringen op toetsing en het nakomen van gemaakte afspraken mogelijk averechts op onze gesprekspartners gewerkt heeft. Hadden we dit mogelijk anders moeten aanpakken? We blijven ons echter oprecht zorgen maken over de regionale planvorming, die zolang een integraal plan op hoofdlijnen ontbreekt, vrijwel overal in een te vroeg stadium gestalte krijgt.


Voorstel

De huidige infrastructuur veroorzaakt zoetwatertekorten en milieuproblemen.
Na een periode van inventarisatie en oriëntatie dienen hiervoor landelijk heldere keuzes gemaakt te worden. Dit met inachtneming van de waterveiligheid en terugkeer van estuariene dynamiek.
We stellen het op prijs om in de toekomst te kunnen blijven meedenken en zo mogelijk te adviseren. We bieden ons hierbij graag aan. Via onze website blijft u tevens op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en onze activiteiten.

Adviesgroep Borm & Huijgens - integraal waterbeheer - januari 2011