Maak geen gaten

in een kwetsbaar land

26 februari 2014 WATERFORUM DISCUSSIEFORUM

De doelen van het Nationaal Waterplan zijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Maar bij het lezen van het Deltaprogramma en het observeren van lopende projecten lijkt het of men het tegenovergestelde nastreeft. Eeuwenlang hebben we verloren land op de zee heroverd en veilig gesteld. Wie wil er nu enkele decennia na de Deltawerken in hemelsnaam de terugkeer van zeegaten en zeegatdynamiek?

De Westerschelde valt als Natura-2000 gebied onder habitat 1130, het estuarium. Echter, de afvoer van de rivier de Schelde is in een getijperiode maar zo’n 4 miljoen m³ tegenover een getijvolume van ruim 2 miljard m³ aan zeewater dat de monding passeert en nog zo’n 350 miljoen m³ bij de Hedwige op de grens met België. Dit geeft aan dat de rivierinvloed minutieus is ten opzichte van die van de zee. Formeel is er een getijrivier, maar in werkelijkheid ligt er een allesoverheersende zeearm.
Om zogenaamd verslechtering van de kwaliteit van het Natura-2000 gebied te compenseren worden in Zeeuws-Vlaanderen oude hoog opgeslibde polders afgegraven en ontpolderd. Door handjeklap en misleiding zijn projecten als Zwin, Waterdunen, Perkpolder en Hedwigepolder van de grond gekomen, die nog meer ruimte geven aan de dreigende zee. Verbazingwekkend genoeg noemt men dat natuurherstel, terwijl er vernietiging plaatsvindt van wat de natuur daar zelf heeft weggelegd. Trouwens, wie gaat er nu dijken doorsteken als de zeespiegel stijgt?

Foto: Cor Huijgens

Een strategie met alleen verliezen
Een van onze grootste zoetwatervoorraden, het Volkerak-Zoommeer moet schijnbaar kost wat kost verzilten. De Brouwersdam krijgt een gat met een energiecentrale waarbij het tijverschil te weinig is om van de werkelijke kosten enig rendement te behalen. Het Kierbesluit Haringvlietsluizen, een verziltingsbesluit, is nog steeds niet teruggedraaid, de Nieuwe Waterweg blijft open en we horen kreten als Rotterdam Waterstad.
De verziltingsdruk neemt alsmaar toe door averechtse maatregelen. Inlaatpunten worden dan ook verlegd en Zeeuwse eilanden komen aan een zoetwaterinfuus te liggen. De waterafhankelijke sectoren van onze economie moeten vervolgens zoveel mogelijk zelf hun broek ophouden. In een periode van schaarste bepaalt namelijk een opgestelde verdringingsreeks wie er nog over zoet water mag beschikken. In plaats van ons te verdedigen, trekt men onze zoetwaterstellingen terug om maximaal discutabele en gebrekkige zoutwaternatuur te scheppen.

De wereld op zijn kop
We mogen van de overheid wel iets anders verwachten, dan een toename van de geconstateerde problemen. Het Deltaprogramma behoort een uitwerking te zijn van de gestelde wateropgaven van het Nationaal Waterplan. We leven blijkbaar in een omgekeerde wereld. Beseft men dan werkelijk niet dat waterveiligheid juist gegarandeerd wordt door dijken en kustverdediging, zoals met kustlijnverkorting, en dat zoetwatervoorziening in een land beneden de zeespiegel slechts bereikt kan worden door tegendruk te geven met zoet water om de zoutgrens zo ver mogelijk naar de kust te brengen?

Werk samen met de natuur!
Uiteraard is natuur van belang. Maar dat heeft niets te maken met de zeer vergankelijke en kunstmatige tekentafelnatuur van ontpolderingsprojecten. Door ecologen ontwikkelde criteria passen vaak niet in het natuurlijk systeem. Alleen met onze waterbouwkundige mogelijkheden kunnen we de bestaande watersystemen een passende waterverdeling geven om zich optimaal te ontwikkelen. Naast waterveiligheid en zoetwatervoorziening dienen we immers gestalte te geven aan duurzame procesnatuur. Nederland, als delta van de grote rivieren, heeft zichzelf een aantal internationale verplichtingen opgelegd.

Ecologen die een zeegat niet van een estuarium kunnen onderscheiden mogen een stapje opzij doen. Gaten maken in een kwetsbaar land is iets heel anders dan een veilig herstel van de ecologische relaties tussen de zee en de stroomgebieden van de grote rivieren.

G. Langeraert, mede-initiatiefnemer van de "Vrienden van Waterdunen NEE !!!"

25 februari 2014


Aanvulling 2019:

Waterdunen, een overbodig project

Na vertraging en oplopende kosten gaat het omstreden project Waterdunen proefdraaien. Het zoute water mag op controleerbare wijze door pijpen het gebied in- en uitstromen en verzilting van de omgeving wordt nauwlettend in de gaten gehouden. De problemen met erosie en verzilting lijken opgelost bij deze afgegraven ruimte voor de zee achter de zeewerende dijk van de extreem brede Westerschelde. Deze riviermonding aan de kust is door invloed van de mens in enkele eeuwen uitgegroeid tot een breed en ver indringend zeegat. Nu is de wereld is vergeven van zout water. Welk doel dient dit project? Kunt u het volgen?

Het oppervlak van Nederland dat we beneden de zeespiegel brachten, vereist een sterk kunstmatige waterhuishouding met forse technologische oplossingen, zoals de Zuiderzeewerken en de Deltawerken. Bij zeespiegelstijging loopt dit land extra risico.
Zowel het niet voltooien van het oorspronkelijke Deltaplan als de pogingen om na de Deltawerken, ondanks de gewijzigde omstandigheden, zoveel mogelijk van de oude milieus te bewaren, hebben Zeeland weinig goed gedaan. Zee en getij trekken verder Vlaanderen binnen, de grote Zeeuwse wateren voldoen niet aan de gedroomde verwachtingen en de eilanden hebben nog nooit zo sterk in het zout gelegen.

Nederland gaat een onzekere periode tegemoet, totdat er sprake is van een klimaatbestendige inrichting. Ook daarvoor zijn grootschalige systeemmaatregelen nodig. Waar mogelijk dient de kustlijn gesloten en verkort te worden en mogen de binnenwateren aanvangen met geleidelijke verzoeting. Dat is gunstig voor natuur, milieu, waterveiligheid en leefbaarheid. Het is zaak het zoete water langer vast te houden in de bodem en als oppervlaktewater. Projecten behoren aan te sluiten bij de transitie die zich gaat voltrekken. Zo schuiven klimaatverandering en zeespiegelstijging langzaam maar zeker de overbodige verziltingplannen van tafel. Ook het project Waterdunen.

Wil Borm

Adviesgroep Borm & Huijgens - integraal waterbeheer - augustus 2019

 

Aanvulling 2019

Het project Waterdunen past niet in het voorgenomen Deltaplan Zoetwater, zoals vermeld in het coalitieakkoord.

Gezien de nu ontstane situatie kan Waterdunen beter een zoetwatermeer worden. Voorheen was het voor Zeeland hoog land zo'n, 1 à 1,5m +NAP (dus zoet grondwater). In de MER staat een grondwatermeting, waaruit blijkt dat het op 18m diepte 10.000 mg Cl’/l is. Dus ongeveer half regenwater, half zeewater. Doordat nu alle opgebouwde zoet water in de bodem zal worden verdreven door het inlaten van zout water van 18.000 mg Cl’/l. verdwijnt een stuk weerstand tegen achterwaartse verzilting.

Ir. W. Lases - augustus 2019