Veiligheid Zeeland staat op het spel

Problemen met de Westerschelde

“Hoe dieper Antwerpen de Westerschelde uitbaggert, hoe eerder er een noodzaak zal zijn om deze zeearm af te sluiten. Het voortdurende baggeren zuigt door uitschurende geulen vanuit zee een steeds hoger en gevaarlijker getij naar binnen.”

Aldus een beeld dat uit het artikel van ir. W. Lases en dr. A. de Kraker in december 2009 in het Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis naar voren komt.
Het ontpolderen en uitgraven van de Hedwige zou, net zoals de getijdenhavens doen, de getijdenstromingen in de Schelde alleen maar vergroten. Zand verdwijnt in zee en Antwerpen wordt langzaam ondermijnd. Het uitbaggeren van de vaargeul, voor enkele zeereuzen die ook elders kunnen aanmeren, is economisch nooit rendabel.

Zeesluizen Nieuwe Waterweg noodzakelijk

Aan de noordzijde van de delta, bij de Nieuwe Waterweg, wordt het merendeel van het door de grote rivieren aangevoerde zoete water in zee gedumpt om zoutindring tegen te gaan. Geen van de in december 2011 gepresenteerde pogingen om hier de landinwaartse verzilting te voorkomen, bleek te werken. Om zowel de waterveiligheid van de Randstad te waarborgen, de voortgaande verzilting te stoppen en een einde te maken aan de grootschalige zoetwaterverspilling is het onontkoombaar dat de Nieuwe Waterweg met zeesluizen wordt afgesloten. Hoe eerder, hoe beter. Hierbij komt er voldoende zoet water beschikbaar voor de wateropgaven van het Nationaal Waterplan en kan de Europoort zich buitengaats verder ontwikkelen.

Pas met het sluiten van de Nieuwe Waterweg en tenslotte de Westerschelde is het gevaar vanuit zee bedwongen, wordt de zoetwatervoorziening gegarandeerd en zijn de Deltawerken compleet.

De zee, dreigend en indrukwekkend. Foto: C. Huijgens

De toenemende dreiging van het rivierwater

Na de Deltawerken is het hoog tijd om eens de andere kant uit te kijken.
De afvoeren van de grote rivieren worden steeds extremer. De projecten van Ruimte voor de Rivier maken dat het versneld aangevoerde water vanuit Duitsland nog eens extra versneld door ons land naar de delta kan stromen. Bij extreem hoge afvoeren gaat het gehele Rijnmondgebied potdicht. Het kan nu eenmaal niet anders.
Vervolgens krijgt de Zuidwestelijke Delta alles voor haar kiezen. Die is er niet op berekend met alleen het Haringvliet als noodberging.

Maar op zo’n moment dient de delta toch Nederland te redden en niet zelf ten onder te gaan?

Starten vanuit de zeezijde

Een verkeerde volgorde van probleemaanpak is oorzaak van de toegenomen onveiligheid. Je zet de kraan toch niet open voordat het bad is geplaatst en de afvoer werkt. Allereerst zal men de voormalige zeegaten weer met elkaar moeten verbinden om een maximale bergingscapaciteit te krijgen en om gelijktijdig te kunnen spuien met de Haringvlietsluizen en de Stormvloedkering.

Bij een afgesloten Rijnmond gaat alle rivierwater naar het Haringvliet.
Illustratie T. Reijken. Bron: Veerman c.s.2008.

Gezamenlijke waterberging

Voor zo’n gezamenlijke berging liggen een doorsteek door Goeree (Scharrezee) en een verbinding van de Grevelingen met de Oosterschelde, via een opening in de Grevelingendam, het meest voor de hand. Met de zo ontstane meanderende afvoerroute komen de zee en de zoutgrens relatief verder weg te liggen.
De zoetwatervoorraden en de zoete en getijloze logistieke corridor blijven intact.
Wanneer in de toekomst de Westerschelde wordt afgedamd, behoort een open verbinding van Westerschelde naar Oosterschelde eveneens tot de mogelijkheden. Op deze wijze worden de verbindingen tussen de deltawateren hersteld, maken de voormalige zeegaten deel uit van een compleet estuarium en gaan toerisme, visserij, schelpdierkweek en natuur gouden tijden tegemoet.

De Oosterschelde wordt dan de levensader die zee, delta en rivieren met elkaar verbindt en die in tijden van nood eenvoudig af te sluiten is met de stormvloedkering.
Maar hiermee mag men uit het oogpunt van waterveiligheid niet lang meer wachten!

Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta allesbehalve waterdicht

De Stuurgroep Zuidwestelijke Delta had de afgelopen jaren een nogal beperkte visie op waterveiligheid, zoetwatervoorziening en milieu. Wars van alle kritiek heeft men een eigen planvorming doorgedrukt. Er werd een landschapsarchitectenbureau in de arm genomen en onder de titel ‘Veilig Veerkrachtig Vitaal’ verscheen er op 1 april 2010 een concept uitvoeringsprogramma dat werd gepresenteerd onder het mom van ’samenhang op bekkenniveau’. De compartimentering is hier slechts in een ander vaatje gegoten. Helaas ontbreekt de onderlinge en landelijke samenhang.

In deze plannen wordt de zee verder binnengehaald. Een cruciale fout met het oog op de veiligheid!

Schrikbeeld na uitvoeren projecten en maatregelen Uitvoeringsprogramma ZWD 2010-2015+

Demissionair kabinet

Dit ongeloofwaardige uitvoeringsprogramma ligt al ruim een jaar te wachten op goedkeuring van Den Haag, nota bene met instemming van betrokken provincies en waterschappen. Wellicht is het te danken aan de besluiteloosheid van een demissionair kabinet, dat dit onheil nog niet over de regio is afgeroepen.

De tijd dringt.

In 2009 luidde de conclusie van het symposium van de Nederlandse Vereniging van Rentmeesters als volgt:
“Nederland moet niet wachten op de volgende watersnoodramp, maar nu met daadkracht gezamenlijk, vanuit een cultuurhistorisch besef, optreden tegen de klimaateffecten.”

Het gaat er niet meer om de deltaregio op de kaart te zetten, maar om deze op de kaart te houden. Dit kan alleen wanneer men de landelijke samenhang in acht neemt en niet denkt binnen de kaders van afzonderlijke bekkens. Bij water hangt alles met alles samen.

De kern van de Deltabeslissing Rijn-Maasdelta is het antwoord op de vraagstukken hoe de afvoerverdeling over de Rijntakken wordt, in welke vorm er een ring van rivierkeringen rond de Rijnmond-Drechtsteden komt en hoe de verbindingen met zee via Nieuwe Waterweg en Haringvliet te beschermen.

De bewoners van de Zuidwestelijke Delta kunnen voorlopig nog niet gerust gaan slapen. De Waterwolf gromt en sommige politici onderschatten de kracht van het water. Wie durft zijn stem te verheffen tegen het schrikbeeld van het huidige Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta?

W. Borm

Adviesgroep Borm & Huijgens - integraal waterbeheer - augustus 2012